Dagelijks leven:
Van 9 mei tot en met 13 mei 2011 ben ik op excursieweek geweest met school in Engeland. Hierdoor heb ik zelf al bepaalde dingen van het leven van Engeland meegemaakt. Hieronder volgen bevindingen van mij en bevindingen van twee studenten welke eerder in Engeland stage gelopen hebben. Deze studenten heb ik via de mail een aantal vragen gesteld.
Een typische Engelse bus, met de BIG BEN op de achtergrond |
Als je bij iemand bent uitgenodigd om te eten is het gebruikelijk, maar niet noodzakelijk om een bedankje voor de gastheer mee te nemen. Ook tijdens andere bezoekjes aan mensen is het gebruikelijk dat je een presentje meeneemt.
De buitenlandse keuken is erg in opkomst in Engeland. In Londen is er een heel stuk van de stad dat China Town genoemd wordt. Hier zitten allemaal Chinese restaurantjes.
Engeland staat bekend om zijn pubs, in een pub is een typische sfeer welke heel anders is dan in een café of kroeg in Nederland. Je kunt er zitten op banken en gezellig praten, aan de bar hangen, tv kijken, biljaren, darten en nog meer. Dit alles wordt meestal gedaan onder het genot van een pint, dit is een groot glas bier van een halve liter.
De huizen in Engeland zien er een geel/ grijsachtig uit. De meeste mensen wonen in rijtjes huizen of in twee onder kap huizen met een tuintje.
In het straatbeeld viel op dat leerlingen verplicht zijn een uniform aan te hebben naar school. Schooluniformen zijn verplicht om eerlijk te zijn voor zowel mannen als vrouwen. Ze zorgen voor lage kosten en tolereren religieuze vrijheden bijvoorbeeld de verplichting om sikhs om een tulband te dragen.
Het viel mij op dat er in diverse stadjes ‘cancer research shops’ zaten. Dit zijn winkels waar tweedehands spullen verkocht worden er waarbij de opbrengst gaat naar een onderzoek om kanker te bestrijden.
Een bekende ontwikkeling uit Engeland is de scheiding van de Church of England in 1500. Deze kerk scheidde zich af van de rooms-katholieke kerk. Door deze afscheiding raakte Groot Brittannië steeds verder weg van Europa. Tegenwoordig behoort het Verenigd Koninkrijk wel tot de EU, maar het land weigert om rechts te gaan rijden, omdat de bevolking onderscheidend wil zijn en trots is op het eigen land.
Elke streek heeft eigen tradities en in de streken zijn eigen dialecten, tradities, kunst en architectuur.
In Engeland staat beleefdheid hoog in het vaandel. Zo wordt er gesproken met alstublieft(please) en dankjewel (thank you). Ook is het van belang dat voordat je iemand aanspreekt je ‘excuse me’ zegt.
Bij de begroeting van iemand die je lang niet gezien gebruik je een handdruk of een wangkus, deze kus wordt alleen gegeven aan iemand van het andere geslacht. In formele situaties geef je een stevige handdruk, waarbij de woorden ‘how do you do’ gezegd worden. Dit is geen vraag hoe het met je gaat, maar een begroeting, welke met dezelfde vraag terug beantwoord wordt. Bij informele begroetingen passen de woorden HI en hello. Als er afscheid genomen wordt, zegt men ‘cheers’. Hiermee wordt bedankt en tot ziens bedoelt.
Op stations is het zo dat degene die het eerst bij een trein of bus staat te wachten, als eerste naar binnen gaat. In Nederland wordt er vaak voorgedrongen.
Engeland v.s. Nederland:
Geert Hofstede is een Nederlandse organisatiepsycholoog , welke een cultuurmodel heeft opgesteld. Dit model maakt gebruik van 5 dimensies namelijk: machtsafstand, individualisme, masculiniteit, onzekerheidsvermijding en lange termijn denkendheid. Aan de hand van dit model kunnen culturen meetbaar met elkaar vergeleken worden. In de onderstaande modellen wordt eerst het Verenigd koninkrijk weergegeven (het united Kingdom) vervolgens wordt het model van Nederland weergegeven.
Power Distance Index, machtsafstand (PDI).
Een hoge PDI geeft aan dat er veel verschil is in macht tussen verschillende leden van een organisatie of gezin. Bij een hoge PDI hoort een grote ongelijkheid. Uit de grafieken blijkt dat Engeland op PDI een waarde van 30 scoort en Nederland zit net iets boven de 30. Hieruit blijkt dat er weinig verschil is in machtsafstand tussen de verschillende leden van de samenleving.
Individualism, individualisme (IDV).
Een hoge IDV geeft aan dat de inwoners van een land erg op zichzelf gericht zijn. Het tegenovergestelde van individualisme is collectivisme, dat is de mate waarin individuen geïntegreerd zijn in groepen. Engeland scoort op individualisme iets boven de 80 en Nederland iets eronder. Er is dus weinig verschil in individualisme. Er kan gesteld worden dat de inwoners van beide landen erg op zichzelf gericht zijn.
Masculinity, masculiniteit (MAS).
Dit duidt op de rolverdeling tussen mannen en vrouwen.
Vrouwen bezitten de waarden: bescheiden en zorgzaam.
Mannen bezitten de waarden: zeer assertief en competitief.
Engeland heeft een hoge masculiniteit van ongeveer 60. Nederland daarentegen heeft een lage masculiniteit van 10. Daarom zou je Nederland een feminien land kunnen noemen. Bij een land met hoge MAS score is er een sterkere rolverdeling in man-vrouw taken dan in landen met een lage MAS score. In Engeland is er dus een groter verschil in rolverdeling tussen mannen en vrouwen dan in Nederland.
Uncurtaincy Avoidance Index, onzekerheidsvermijding (UAI).
Deze index geeft tolerantie van een samenleving aan voor onzekerheid en ambiguïteit. Onzekerheid vermijdende culturen proberen om onzekerheid door strenge wetten en regels, veiligheids-en beveiligingsmaatregelen te minimaliseren. Engeland scoort een UAI van 30 en Nederland een UAI van 50. Nederland heeft dus een hogere onzekerheidsvermijding dan Engeland, hieruit blijkt dus dat Nederland strengere wetten, regels en beveiligingsmaatregelen treft om zo grip te houden op onverwachte situaties.
Long-Term Orientation, lange termijn denken (LTO).
Waarden die passen bij lange termijn denken zijn spaarzaamheid en doorzettingsvermogen; waarden die passen bij korte termijn oriëntatie zijn respect voor de traditie, vervullen van sociale verplichtingen, en de bescherming van je 'gezicht'. Engeland scoort 20 en Nederland scoort 40. Nederland heeft dus een hoger doorzettingsvermogen dan Engeland. In Nederland is men meer bezig met op zaken vooruit te zien voor de toekomst.